Zorgvernieuwing betekent gedragsverandering

19 februari 2025

Zorgvernieuwing betekent gedragsverandering

Verslag van het Viveon symposium ‘Effectieve Zorgvernieuwing: van idealisme naar duurzame verandering’op 18-12-2024

De zorg voor mensen met beperkingen trekt zorgprofessionals met idealen. Idealen over onbeperkt meedoen en een goed leven voor mensen met beperkingen. Deze idealen botsen vaak met de realiteit en soms leidt dat tot vernieuwende ideeën. Zorgprofessionals kunnen ervoor kiezen om deze ideeën meteen in de praktijk te brengen in hun eigen werk. Maar ze kunnen er ook voor kiezen om hun ideeën naar buiten te brengen en deze eerst (wetenschappelijk) te toetsen. Bijvoorbeeld, het ontwikkelen en toetsen van een methode voor het afbouwen van onvrijwillige zorg. Of het zorgvuldig onderbouwd ontwikkelen van nieuwe richtlijnen en methoden.

Tijdens dit Viveon symposium over effectieve zorgvernieuwing belichtten Baukje Schippers, Manon Smit, Petra Poppes, Suzanne Jansen, Kristel Vlot en Marloes de Ruiter hoe idealisme van zorgprofessionals omgezet wordt in bruikbare richtlijnen en methoden voor de praktijk. En hoe een kennisinfrastructuur kan helpen bij implementatie.

Reflecties uit de praktijk

Baukje Schippers nam ons mee in haar reflecties die zij had als startende gedragswetenschapper. Zij kreeg steeds meer bedenkingen bij de manier waarop vrijheidsbeperkingen werden ingezet. Toen ze de kans kreeg om het MultiDisciplinaire Expertise Team (MDET) uit te werken tot een methodiek en deze te toetsen, greep ze deze aan. Haar onderzoek toonde aan dat de MDET-methode leidde tot afbouw van vrijheidsbeperkingen. De methode is inmiddels doorontwikkeld, wordt opgeschaald en ook bij andere instellingen toegepast.

Manon Smit lichtte toe hoe haar project voor richtlijnontwikkeling een antwoord was op twijfels bij zorgprofessionals over de grote variatie in de signalering, diagnostiek en behandeling van psychotrauma binnen ’s Heeren Loo. Een survey onder 380 zorgprofessionals bevestigde dat psychotrauma veelvuldig gezien wordt in de staande praktijk en dat er inderdaad sprake is van een hoge variatie in professioneel handelen. Deze argumenten in combinatie met de behoefte aan houvast vanuit de praktijk rechtvaardigen de ontwikkeling van een richtlijn op dit onderwerp.

Een richtlijn berust op een zorgvuldige verkenning van knelpunten die opgelost moeten en kunnen worden met kennis. De vragen naar aanleiding van de knelpunten worden beantwoord aan de hand van weging van bestaand onderzoek en consensus onder experts. Door dit zorgvuldig te doen en in samenwerking met experts uit de relevante beroepsgroepen, kunnen ontwikkelaars hun richtlijn voorleggen aan beroepsverenigingen voor autorisatie. Hiermee geven de beroepsverenigingen voor hun leden aan wat zij feitelijk beschouwen als goede kwaliteit zorg en op welke onderwerpen nog nieuwe ideeën en kennis nodig zijn.

Voorvechters of drammers?

Petra Poppes en Suzanne Jansen openden hun presentatie met de vraag of zij voorvechters of drammers zijn. Als ervaren kennismakelaars van Academische Werkplaats EMB zetten zij zich al vele jaren in voor de implementatie van Programma Perspectief. Het doel van programma Perspectief is het bieden van ondersteuning aan mensen met een ernstige meervoudige beperking, afgestemd op hun behoeften. De Erkenningscommissie voor Effectieve Langdurige Zorg beoordeelde het programma en concludeerde dat er sterke aanwijzingen zijn dat het programma effectief is. Toch is implementatie ervan niet vanzelfsprekend. Naast de complexiteit van het programma speelt hier de weerbarstige praktijk. Bijvoorbeeld de afwezigheid van een doelstelling van de implementatie en een implementatieplan, of gewoon te weinig informatie.

Recent werd onderzoek gedaan naar de implementatie van Programma Perspectief bij drie organisaties. Hierbij werd onder andere vastgesteld dat bij de implementatie de werkdoelen niet SMART waren vastgesteld en dat er te weinig interdisciplinaire betrokkenheid was, waardoor er geen consensus was over hoe precies met dit programma te werken. Ook bleek dat het belangrijk was om professionals, ook al werken zij al jaren met het programma Perspectief, een opfriscursus te geven.

Ondanks deze belemmerende factoren werd bij zowel op client-, professional- en organisatieniveau het belang gezien van programma Perspectief. Professionals gaven aan meer inhoud te geven aan de ondersteuning van (Z)EMVB-cliënten, meer methodisch te werken aan doelen, en te werken vanuit het idee dat mensen met (Z)EVMB in relaties met anderen hun behoeften en wensen duidelijk kunnen maken. Dit leidde bij 75% van de professionals die deelnamen aan dit onderzoek ook weer tot meer voldoening in het werk. Op organisatieniveau leidde de implementatie van het programma Perspectief tot meer interdisciplinaire samenwerking en tot meer samenwerking met naasten. Toch merkten de onderzoekers op dat de implementatie een kwestie van lange adem en blijvende aandacht is. Dit vraagt dus niet alleen voorvechters, maar ook drammers.

Tweerichtingsverkeer

Implementatie is bovendien gebaat bij een goede kennisinfrastructuur, aldus Marloes de Ruiter en Kristel Vlot die als beleidsmedewerkers verantwoordelijk zijn voor het functioneren van de ‘s Heeren Loo Kennisketens. De kennisketens zijn ingericht voor zes verschillende doelgroepen. De schakels verbinden ’s Heeren Loo met de buitenwereld en faciliteren het ‘tweerichtingsverkeer’ tussen ontwikkelaars en gebruikers van kennis. Op die manier zijn de kennisketens verantwoordelijk voor het up-to-date houden van de professionele bagage van ‘s Heeren Loo medewerkers, zoals neergelegd in zorgprogramma’s, het productportfolio en de interne leerlijnen. De ’s Heeren Loo Academie zorgt vervolgens dat de inhoud en vorm van leren en ontwikkelen past bij vragen uit de praktijk en gestoeld is op wetenschappelijke, ervarings- en praktijkkennis. Onlangs werd het functioneren van de kennisketens geëvalueerd. Een belangrijke geleerde les is dat ook het functioneren van deze kennisinfrastructuur vraagt om continue investering; in de verbinding met de interne en externe wereld en in het toerusten van professionals om hun rol in de kennisketens te pakken.

De presentaties en discussies tijdens dit symposium toonden hoe belangrijk persoonlijk leiderschap is om tot effectieve zorgvernieuwing te komen. Als je als zorgverlener, beginnend of meer ervaren, ziet dat zorg anders moet en ook anders kan, dan kun je initiatief nemen tot verandering. Dit geldt ook als je nieuwe kennis of een nieuwe methode wilt implementeren, en bij de oprichting en het onderhoud van een kennisinfrastructuur. Reken er wel op dat woorden als ‘lange adem’ en ‘drammen’ tot je vocabulaire gaan behoren.

Gedragsverandering

Het invoeren van een vernieuwing of het delen van kennis is alleen effectief als de praktijk op de werkvloer ook daadwerkelijk verandert. Nieuwe methoden voor kennisoverdracht, zoals korte video’s of beelden, kunnen helpen om de kloof naar nieuwe kennis te overbruggen, mits daarna de vervolgvraag wordt gesteld hoe deze kennis relevant is en kan worden toegepast in de eigen praktijk. Hierbij kan de deskundigheid van orthopedagogisch en psychologisch geschoolde medewerkers van belangrijke waarde zijn. Niet alleen kunnen ze helpen om de redenen voor de zorgvernieuwing te verhelderen. Ook kan hun kennis van didactiek en gedragsverandering worden ingezet om samen met alle betrokkenen van zorgvernieuwing echt een succes te maken.

Afbeelding: Manon Smit

Deel dit bericht
Deel deze pagina op Facebook Deel deze pagina op Linkedin Deel deze pagina op Twitter Deel deze pagina op Whatsapp Deel deze pagina via e-mail
Copyright Viveon 2021 Ontwerp en Realisatie: Concreet geeft vorm