Leerpotentieel in de praktijk: Een flexibele benadering voor kinderen met diverse behoeften

7 december 2023

Leerpotentieel in de praktijk: Een flexibele benadering voor kinderen met diverse behoeften

Iedereen heeft recht op onderwijs en ontwikkeling. Waar dat voor een deel van de kinderen vanzelfsprekend is, is daar voor kinderen met een matige of ernstige verstandelijke beperking meer ondersteuning in nodig. Ook leerkrachten en begeleiders hebben regelmatig behoefte aan meer support. In het onderzoek Dynamische beoordeling leerpotentieel werken onderzoek en praktijk samen aan een meetinstrument en handleiding om daarmee het leerpotentieel van kinderen met een matig tot ernstige verstandelijke beperking te stimuleren en te ondersteunen in het kiezen van het juiste leeraanbod.

Het eerste deel van het onderzoek bestond uit een zogenaamd delphi-onderzoek. Hierin werd samen met diverse professionals gekeken naar de definitie van leerpotentieel en naar de bruikbaarheid en toepasbaarheid van een naar het Nederlands vertaald meetinstrument. Dit meetinstrument, de ARLT, is ontwikkeld voor kinderen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking en focust zich op het kunnen redeneren, een vaardigheid die van belang is voor het kunnen leren op school. Alle ideeën en feedback bij elkaar leverden een aangepast meetinstrument op. Een gebruikelijke stap in een onderzoek is vervolgens het kijken naar de betrouwbaarheid en validiteit van een instrument: meet het instrument wat het zou moeten meten en gaat dat op een betrouwbare manier?

Meetinstrument

Maar daar aan voorafgaand wilde Marja Eding, onderzoeker en GZ-psycholoog, toch eerst nog graag kijken hoe het instrument, zoals het na het delphi-onderzoek beschreven was, aansloot bij de praktijk. Bij een paar kinderen mocht ze het instrument testen en al snel bleek dat haar voorgevoel, ingegeven door haar praktijkervaring, gelijk had: er moest nog een extra stap gezet worden waarin er extra goed gekeken zou gaan worden naar de aansluiting van het instrument bij de praktijk.

‘Er kwam een meisje met een ernstige verstandelijke beperking bij me om de test te doen en een van de opdrachten is dan dat ze een zacht balletje in een beker moet doen. Maar elke keer als ik het balletje gaf gooide ze hem door de ruimte. En ik snapte maar niet waarom. Mijn inschatting was namelijk dat het meisje de opdracht begreep en uit zou moeten kunnen voeren. Na de test sprak ik de moeder en vertelde haar wat er gebeurde. De moeder snapte het gelijk: mijn dochter houdt echt niet van zachte dingen, als je haar een hard balletje geeft dan gaat het vast wel goed. En inderdaad, de volgende keer gaf ik het meisje een hard balletje en prompt voerde ze de opdracht goed uit.

Omgeving

Door deze ervaring ging ik inzien dat het kunnen beoordelen van iemands leerpotentieel erg afhankelijk kan zijn van de omgeving, de taak en de materialen in combinatie met invloed van bijkomende beperkingen van het kind. Bijvoorbeeld zintuiglijke of fysieke beperkingen. In het geval van dit meisje ging het over de structuur van het balletje. En daarnaast kwamen uit de pilot ook indicaties voor het belang van de opbouw van het contact, de voorspelbaarheid hierin en het vertrouwen tussen het kind en de onderzoeker. Om dus een test goed af te kunnen nemen moet je niet alleen maar een standaard test hebben, maar ook in kunnen spelen op het specifieke kind. Nu gaan we dus eerst de test onderzoeken en zo maken dat hij flexibel aan te passen is op de mogelijkheden van elk kind. Dat is niet simpel, maar maakt wel dat we straks een test hebben die nog veel beter aan gaat sluiten op de praktijk en daarmee kinderen beter kan ondersteunen in hun ontwikkeling.’

Deel dit bericht
Deel deze pagina op Facebook Deel deze pagina op Linkedin Deel deze pagina op Twitter Deel deze pagina op Whatsapp Deel deze pagina via e-mail
Copyright Viveon 2021 Ontwerp en Realisatie: Concreet geeft vorm