Daling registraties onvrijwillige zorg bij 's Heeren Loo na invoering Wet zorg en dwang
21 november 2022
Het aantal registraties onvrijwillige zorg bij cliënten met probleemgedrag van ‘s Heeren Loo, zorginstelling voor mensen met een beperking, is afgenomen na de invoering van de Wet zorg en dwang (Wzd) op 1 januari 2020. Dat blijkt uit onderzoek van de Academische Werkplaats Viveon. Met deze daling onttrekt ’s Heeren Loo zich aan de landelijke trend, die volgens een rapport van ZonMw aan Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) laat zien dat de introductie van de Wzd weliswaar op gang is gekomen, maar op tal van punten nog moeizaam verloopt.
Onderzoek Doel van het onderzoek van Viveon was het effect na te gaan van de introductie van de Wzd. Daarbij stond de vraag centraal of het aantal registraties van onvrijwillige zorg zou verminderen in 2020, het overgangsjaar van de oude Wet BOPZ naar de nieuwe Wet zorg en dwang voor cliënten met ZZP 6 en 7. Binnen de sector wordt kritiek geuit dat de resultaten van de nieuwe regels m.b.t. Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en Wzd op zich laten wachten, en dat de Wvggz en Wzd als werkbare wetten in belangrijke mate mislukt zijn. “Van heldere regelgeving die voldoende rekening houdt met de kenmerken van de domeinen waarin ze moet worden toegepast is geen sprake”, schrijven onderzoekers ZonMw in de eindevaluatie van de wetten.
Optimistisch beeld In de aanloop naar de invoering van de Wzd heeft ’s Heeren Loo grote investeringen gedaan in de voorbereiding en ondersteuning van medewerkers. Hiermee werd voldaan aan een aantal randvoorwaarden om de implementatie te laten slagen en daarmee aan de letter en de geest van de wet te voldoen.
De cijfers van ’s Heeren Loo laten zien dat de introductie van de Wet zorg en dwang op 1 januari 2020 zichtbaar was in het aantal registraties van onvrijwillige zorg. Al in de laatste maanden van 2019 liepen de aantallen registraties terug. “Dat heeft er mogelijk ook mee te maken dat oude maatregelen onder de wet Bijzondere Opnames Psychiatrische Ziekenhuizen (Bopz) opnieuw beoordeeld en afgesloten werden”, zegt Esther Bisschops, gedragswetenschapper bij ’s Heeren Loo en onderzoeker bij Viveon. “We verwachtten eigenlijk dat we direct na 1 januari 2020 een tijdelijke stijging van het aantal registraties zouden zien, omdat vanaf dat moment onder de nieuwe Wzd geregistreerd kon worden. Maar dat bleek niet het geval: het aantal registraties is in de gehele eerste helft van 2020 zelfs gedaald bij ’s Heeren Loo”, zegt Bisschops, ‘zelfs de invoering van de coronamatregelen hadden daarop aanvankelijk geen invloed.’
Wel werd in de tweede helft van 2020 een tijdelijke stijging geconstateerd door het strenger registreren van onvrijwillige zorg rondom de coronamaatregelen, gevolgd door een daling in 2021. “En die daling is enorm bemoedigend”, geeft Bisschops aan. “Vanaf 1 januari 2021 waren er namelijk alleen nog registraties onder de nieuwe Wzd. De daling die we hier zien, betekent dus dat de toepassing van de Wzd zijn werk doet en onvrijwillige zorg in de dagelijkse zorgpraktijk wordt afgebouwd. Het vereiste multidisciplinaire overleg met de cliënt en alle betrokkenen, en de verplichting een stappenplan te doorlopen en op zoek te gaan naar minder ingrijpende vormen van zorg, werpt duidelijk zijn vruchten af.”
Wekelijkse tellingen van onvrijwillige zorg tussen 2017-2021.
- De bolletjeslijn geeft de ruwe wekelijkse tellingen van registraties van onvrijwillige zorg weer, zoals gerapporteerd door medewerkers.
- De rode lijn geeft het geschatte verloop van de aantallen registraties van onvrijwillige zorg weer, op basis van statistische analyses.
- Het grijze gebied markeert de periode na de invoering van de wet. De stippellijn markeert het begin van de lockdownmaatregelen van COVID-19
Conclusie De implementatie van de Wet zorg en dwang heeft het aantal registraties onvrijwillige zorg bij cliënten met probleemgedrag bij ’s Heeren Loo verminderd. “Ondanks de tijdsdruk en de coronastress heeft iedereen bij ’s Heeren Loo hard gewerkt om onvrijwillige zorg van cliënten met probleemgedrag terug te dringen. Dat dat gelukt is, is een enorme opsteker. Niet alleen voor de cliënten en het personeel, maar ook als extra motivatie voor de medewerkers en de cliënten bij andere instellingen”, besluit Bisschops.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Carlo Schuengel, c.schuengel@vu.nl , +31 20 59 88905